Een fenomeen tijdens de Tweede Wereldoorlog, waarover nog altijd weinig literatuur is, was de Arbeitseinsatz. Door de nazi’s ingesteld met als doel mannen tussen de 18 en 35 jaar in bezette gebieden te dwingen werkzaam te zijn in de Duitse oorlogseconomie wegens te kort aan arbeidskrachten. De meeste Duitse mannen streden immers aan het front. Nederland ontkwam evenmin aan het leveren van dwangarbeiders.
Een aantal jaren verscheen het boek ‘De toekomst heeft een lang verleden’ van Els Kiewik-Peters, waarin zij het verhaal van haar grootvader en vader opgetekend had. Onlangs is bij Amsterdam Publishers het boek ‘764 Dagen. Herinneringen van een dwangarbeider’ verschenen. Margreet Lenstra heeft de wens van haar vader verwezenlijkt door zijn dagboek dat hij als dwangarbeider had bijgehouden, te publiceren. Chris Lenstra vond het belangrijk om zijn oorlogservaringen onder de aandacht van een groter publiek te brengen. Vooral nu de oorlogsgeneratie snel kleiner wordt, is het van groot belang hun herinneringen levend te houden.
Toen Chris Lenstra als 18-jarige jongen, op 24 juni 1943 richting Duitsland vertrok, had hij er nog geen vermoeden van dat zijn gedwongen verblijf twee jaar zou duren. Het waren twee intensieve jaren van heimwee, angst, onzekerheid, verhuizingen van werkplek, maar ook van avontuur en pogingen tot sabotage. Hoewel het verboden was, slaagde Chris erin om toch een dagboek bij te houden en dit dagboek vormt het uitgangspunt voor ‘764 Dagen’.
Alle dwangarbeiders gingen eerst naar een Durchgangslager voor ze bij hun uiteindelijke werkbestemmingen kwamen. Chris Lenstra arriveerde na zijn aankomst in Duitsland in Durchgangslager Rehbrücke. Daar werden koffers gecontroleerd en meegebrachte etenswaren verwijderd. De barakken waren vuil en vol ongedierte. Na een week werd Chris doorgestuurd naar Preschona, een fabriek voor vliegtuigonderdelen, waar hij tewerk werd gesteld. Barakkenlager Neukölln in Berlijn werd zijn nieuwe onderkomen. Zijn kamer moest hij delen met veertien Nederlandse jongens en eten was er nauwelijks.
Wat Chris het meest tegenstond, was te moeten werken voor de vijand. Uiteraard werden er door de jongens vluchtplannen gemaakt, maar kans van slagen hadden ze niet. Chris hoopte op een afkeuring. Hij veinsde last te hebben van een oude botbreuk in zijn rechterarm die hij in zijn jeugd had opgelopen. Maar dat plan mislukte. Het enige wat hem restte, waren pogingen om slechts zo nu en dan onder de tewerkstelling uit te komen. Regelmatig probeerde hij zich ziek te laten verklaren, zodat hij het werken voor de vijand weer een tijdje kon ontlopen.
In oktober van ’43 werd Preschona verplaatst naar Peterswaldau in Neder-Silezië vanwege de voortdurende bombardementen op Berlijn. De dwangarbeiders verhuisden mee, onder wie Chris Lenstra. Op deze nieuwe plek werkten ook Poolse Joodse dwangarbeiders. Chris werd voor het eerst geconfronteerd met het harde optreden tegen de Joodse mannen. Hij zou die beelden nooit meer vergeten. Desondanks probeerden de mannen van hun gedwongen verblijf er maar het beste van te maken. Zo valt te lezen in het dagboek. Ook in dit kamp werden pogingen tot sabotage ondernomen en probeerde Chris opnieuw om afgekeurd te worden.
Op 26 juni 1945 kwam er een einde aan de lijdensweg voor de dwangarbeiders in Neder-Silezië. De oorlog was ten einde. Maar de bevrijding in 1945 betekende niet automatisch dat iedereen nu snel en makkelijk naar huis kon. Het werd een lange reis met obstakels. Pas eind juli arriveerde Chris weer in Kwadijk. Opmerkelijk was dat de vriendschappen die in de Lagers ontstaan waren, ook na de oorlog voortgezet werden. Met buitenstaanders kon Chris Lenstra echter niet praten over zijn oorlogservaringen. Dwangarbeider zijn betekende immers dat hij gewerkt had voor de vijand. Dat dit niet vrijwillig was gebeurd, werd gemakshalve door de bevolking maar vergeten. Het uitwerken van zijn dagboeken werd voor Chris een belangrijk doel, het had een therapeutisch effect.
Voor Margreet Lenstra was de totstandkoming van ‘764 dagen’ eveneens een belangrijk proces. De moeilijke oorlogsjaren van haar vader voor haar een emotionele ontdekking. Zij leerde de onbekende kant van haar vader voor het eerst goed kennen. Dankzij die samenwerking van twee generaties heeft Margreet Lenstra met haar boek ‘764 Dagen’ een waardevolle bijdrage geleverd aan de Nederlandse oorlogsliteratuur.
Beoordeling: X X X X X Uitstekend
– Oorlogsboeken reviews